Nu de lente nadert en het langzaamaan warmer wordt, duiken de bladluizen weer op. Hoog tijd om de generalistische bladluisbestrijder Eupeodes-System te introduceren. Deze zweefvlieg is bestand tegen lage temperaturen - zegt Koen Merkus, specialist IPM en bestuiving.
Geschikt voor lage temperaturen
"Terwijl de meeste zweefvliegen het beste functioneren bij temperaturen tussen de 20 en 35°C, geeft Eupeodes corollae juist de voorkeur aan iets koelere omstandigheden", zegt hij. "Vanaf 10°C is deze vraatzuchtige bladluisbestrijder al actief. Daarmee is het de ideale keuze om bladluisbestrijdingsprogramma's op te starten. Eupeodes-System kan uitgezet worden in verschillende voorjaarsgewassen – het optimale temperatuurbereik bedraagt 15-25°C."
Generalistische bladluisbestrijder
"Sluipwespen zoals Aphidius-System blijven de ruggengraat van elk bladluisbestrijdingsprogramma", vervolgt Koen. De specialist vertelt echter ook dat deze natuurlijke vijand niet alle bladluissoorten parasiteert. “Chaetosiphon fragaefolli in aardbei, Amphorophora spp. in frambozen, Ericaphis scammelli in blauwe bessen en de rododendronbladluis (Illinoia lambersi) zijn slechts enkele voorbeelden van bladluizen die moeilijk te bestrijden zijn."
"Daarom is er een belangrijke rol weggelegd voor generalistische predatoren zoals Eupeodes-System. Eupeodes-System wordt aanbevolen in zachtfruit, maar ook in paprika's - die kwetsbaar zijn omdat ze door meerdere soorten bladluizen worden aangevallen."
Gericht op bladluishaarden
"Eupeodes-System is veelzijdig: de larven eten tussen 500 en 1000 bladluizen, terwijl de volwassen zweefvliegen nectar en stuifmeel eten en dus bijdragen aan de bestuiving van gewassen", legt hij uit.
"De volwassenen zijn zeer mobiel en kunnen zich snel door een gewas verspreiden. Ze gaan specifiek op zoek naar bladluishaarden, waarin ze hun eieren leggen. Op die manier vinden en bestrijden ze al uitbraken voordat ze in het gewas ontdekt zijn. De langlevende Eupeodes kunnen gedurende een periode van drie weken meer dan 800 eieren leggen."
Introducties beginnen vanaf het voorjaar
Koen raadt aan om vanaf het voorjaar - wanneer doorgaans bladluizen worden verwacht - preventief te beginnen met de introductie van Eupeodes-System. Hij adviseert een lage dosering, gedurende drie opeenvolgende weken. Als de eerste bladluizen al zijn gesignaleerd, kunnen deze doseringen worden verhoogd.
"De zweefvlieglarven hebben grote aantallen bladluizen nodig voor een goede vestiging en ontwikkeling. De volwassen exemplaren daarentegen hebben juist behoefte aan voldoende open bloemen. Zijn die te weinig aanwezig in het gewas, dan raden we het gebruik van waardplanten aan. Lobularia maritima bijvoorbeeld levert nectar en stuifmeel en ondersteunt daarmee de vestiging van zweefvliegen."
Voor de best mogelijke populatieontwikkeling adviseert Koen de Eupeodes-System-poppen uit te zetten in goed gespreide Bio-Boxen, die boven de grond in de schaduw worden opgehangen.
Naarmate het seizoen vordert
Zweefvliegen zijn zeer goed verenigbaar met andere bladluisbestrijders, zoals parasitoïden. De larven eten namelijk bij voorkeur niet-geparasiteerde bladluizen. De geparasiteerde bladluizen worden met rust gelaten en zullen uiteindelijk een nieuwe generatie parasitoïden voortbrengen.
Naarmate het seizoen vordert, kunnen de temperaturen stijgen – afhankelijk van de geografische locatie. Volgens de specialist is het dan raadzaam om over te schakelen op Sphaerophoria-System. "Deze zweefvliegensoort voelt zich prettig bij temperaturen van 25 tot 35°C en kan zelfs 40°C verdragen. Wanneer het in de herfst weer koeler wordt, verschuift de aandacht opnieuw naar Eupeodes-System."
"Met de twee zweefvliegen Eupeodes-System en Sphaerophoria-System kunnen telers dus het hele seizoen bladluis bestrijden – bovenop de parasitoïdenprogramma's."
Benieuwd naar de mogelijkheden voor jouw teelt? Neem dan contact op met je Biobest-adviseur.