In Belgische, Nederlandse en Duitse paprika-gewassen is een nieuwe stam van Myzuspersicae bladluis, genotype R, gesignaleerd. Deze soort lijkt minder gevoelig voor chemicaliën.
"De beste IPM-strategie om deze problematische plaag te bestrijden, bestaat uit een veelzijdige biologische aanpak, met af en toe een chemische behandeling om populaties terug te dringen", legt Biobest IPM- en bestuivingsspecialist Arno Hellemons uit. "Om genotype R onder controle te houden, moeten telers een robuuste preventieve en curatieve biologische aanpak volgen."
Goed aangepast om resistentie te ontwikkelen
"Bladluizen hebben het vermogen om zich snel voort te planten, vooral bij hogere temperaturen, en bouwen daarom makkelijker resistentie op tegen chemicaliën," legt Arno uit. "Systemische aficiden worden vaak toegepast via druppelirrigatie. Als de chemische stof niet in voldoende hoeveelheden door de plant wordt opgenomen, kunnen bladluizen resistentie ontwikkelen tegen de werkzame stof. Ondertussen fungeert het onkruid dat in de kas groeit als secundaire gastheer, waardoor de plaagpopulatie zich snel kan uitbreiden."
"Dat genotype R minder gevoelig is voor veelgebruikte chemicaliën, blijkt onder meer uit meldingen van opkweekbedrijven die geïnfecteerde jonge paprikaplanten binnen krijgen," waarschuwt hij. "Er is vastgesteld dat de daaruit ontstane plaagkolonies kleiner zijn, maar sneller gevleugelde individuen produceren; het gevolg is dat genotype R zich sneller door het gewas kan verspreiden."
Natuurlijke vijanden blijven effectief
Gelukkig heeft Arno ook een positieve noot: "Myzuspersicae genotype R is niet resistent tegen natuurlijke vijanden - parasitoïde (mixen), gaasvlieg, zweefvlieg en lieveheersbeestje."
Zoals bij alle biologische bestrijdingsprogramma's zijn routinematige gewasmonitoring en scouting van essentieel belang om de aanwezige bladluissoorten en hun populatiegrootte in het oog te houden.
Preventieve parasitoïden
"In geografische gebieden waar het kleine groene Myzuspersicae genotype R veel voorkomt, raden we telers aan te beginnen met een preventieve aanpak - het introduceren van de standaard bladluisparasitoïden Aphidius-System en Aphidoletes-System," zegt Arno. "Als grotere bladluissoorten worden aangetroffen, kunnen deze effectief worden bestreden met Ervi-System."
Curatieve zweefvliegen en bruine gaasvlieg
"Zodra verschillende bladluishaarden zijn gescout, moeten telers overschakelen op een curatief programma; onze aanvullende bestrijdingsmiddelen zoals zweefvliegen, Eupeodes-System en Sphaerophoria-System, in combinatie met onze robuuste bruine gaasvlieg, Micromus-System," legt hij uit. "Deze omschakeling vindt idealiter plaats lang voordat kleverige honingdauw of roetdauw in het gewas wordt aangetroffen."
"Hoewel Myzuspersicae genotype R tot op heden is vastgesteld in verschillende paprikateelten in Noord-Europa, is het waarschijnlijk dat het zich naar andere landen zal verspreiden. Paprikatelers moeten dus waakzaam blijven."