01 feb 2021

Spint in de kijker

Wist je dat...

... een van 's werelds meest voorkomende plagen, rode spint – Tetranychus urticae – te vinden is in alle geografisch belangrijke land- en tuinbouwgebieden? Dat zegt al veel over het polyfage en kosmopolitische karakter van de plaag.

“De rode spint is ook bekend als bonenspintmijt of kasspintmijt. Deze mijt heeft twee typische, grote donkere vlekken aan weerszijden van de rug”, legt David Abeijon, IPM en Pollination Specialist bij Biobest uit. “De spintmijten zijn in staat om zeer snel een populatie op te bouwen; vooral in warme en droge omstandigheden. De vrouwelijke spintmijten kunnen bovendien overwinteren. Als de temperatuur weer stijgt in de lente worden ze opnieuw actief en wordt de volgende generatie geboren.”

David Abeijon - IPM en Pollination Specialist bij Biobest

Schadebeelden

Kasspintmijten beschadigen de gewassen door zich te voeden met plantensap, wat kan leiden tot fruit- en opbrengstvermindering.

“Het belangrijkste symptoom dat je met het blote oog kunt waarnemen is bladvergeling”, vertelt David. “Kleinere bleekgele vlekken kunnen uitgroeien tot een algemene vergeling, wat leidt tot groeiachterstand en zelfs tot bladverlies”, waarschuwt hij.

“Omdat bladsymptomen vaak goed zichtbaar zijn, kun je een uitbraak bevestigen door simpelweg het blad om te draaien en dit te controleren op spint. Daar worden ze namelijk meestal aangetroffen. Het is echter aan te raden om de plaag te detecteren voordat deze enige zichtbare schade veroorzaakt heeft. Het is dus een goede gewoonte om regelmatig de onderkant van de bladeren te controleren.”

“De plaag komt vaak eerst voor op ouder bladweefsel, voordat de plaag naar boven migreert en nieuwere bladeren tot de top van de plant koloniseert”, zegt David. “Als ze met velen zijn, creëren de spintmijten vaak webben. Deze bieden enige bescherming tegen chemische gewasbeschermingsmiddelen en sommige natuurlijke vijanden. Ze groeperen zich in de top van de plant en wachten daar tot de wind of een mechanische beweging hen naar andere gastheren transporteert.”

Op welke gewassen richten ze schade aan?

De kasspintmijt komt voor op verschillende kasgroenten – zoals paprika, tomaat, komkommer en aubergine – maar ook op snijbloemen, waaronder de roos en de chrysant. Het is eveneens een van de belangrijkste plagen in kleinfruit en cannabis, maar ook in boom- en wijngaarden. Andere planten kunnen ook belangrijke gastheren zijn, het is dus aan te raden onkruid te verwijderen of regelmatig te scouten.

Hoe zien ze eruit?

“Hoewel ze klein zijn, kun je de kasspintmijt over het algemeen met het blote oog zien”, legt David uit. “De volwassen spintmijten variëren in kleur van bleekgeel tot bruin, oranje, rood of zelfs groen.”

Hij benadrukt verder dat het belangrijk is vast te stellen of het inderdaad om de kasspintmijt gaat. Deze kun je makkelijk verwarren met andere spintmijten, maar de bestrijding kan verschillen.

“Kasspintmijten onderscheiden van andere spintmijten, zoals de Lewis-spintmijt (Eotetranychus lewisi) is meestal specialistenwerk”, zegt David. “De fysieke verschillen, zoals de grootte en de kleur zijn soms minimaal.”

Levenscyclus

Vrouwelijke volwassen kasspintmijten leggen hun eitjes over het algemeen aan de onderkant van bladeren en af en toe ook in hun webben. In het larvale stadium hebben ze zes poten, terwijl de twee nimfstadia, protonimf en deutonimf, er acht hebben. De vrouwtjes die overwinteren kleuren oranje of rood en zijn meestal moeilijker te bestrijden met nuttige insecten of chemicaliën.

Oplossingen

Een goede monitoring is dus de sleutel tot een goede bestrijding, want de kasspintmijt kun je al in een gewas vinden voordat er bladvergeling optreedt.

Biobest biedt verschillende biologische bestrijdingsoplossingen aan tegen deze plaag.

Preventief kunnen roofmijten in zakjes geïntroduceerd worden die zorgen voor een continue uitloop van roofmijten over meerdere weken. Californicus-Breeding-System en Andersoni-Breeding-System zijn hier voorbeelden van.

Voor een snelle, curatieve werking bieden we roofmijten aan zoals het zeer specifieke, vraatzuchtige en mobiele Phytoseiulus-System – terwijl Californicus-System en Andersoni-System zich ook nog met andere plagen en stuifmeel kunnen voeden.

Verder hebben we de zeer mobiele, roofzuchtige galmug Feltiella-System. De volwassen muggen komen uit, vliegen weg en gaan actief op zoek naar hotspots met kasspintmijten, waar ze vervolgens hun eitjes leggen.